Op de rand van ondervoeding

Klik terug naar het overzicht in 'Fantasie en Feiten'

Meisje met groenten en fruit. Schilderij van Joachim Beuckelaer, 1564 

Dit is wat mensen graag aten. Bovenaan een grote mand met druiven, daaronder liggen andijvie en een meloen. In het midden een mand kersen en daarnaast verschillende soorten appels, pruimen en peren. Het meisje houdt een eend vast, die straks in de pan belandt. Links naast haar in een mandje knollen en bietjes. Rechts van haar moerbijen, wortels, bloemkool, tuinboontjes, frambozen, augurken, knoflook en kool.

Jonge luyden etten gern vruch, schrijft de Limburger Peter Trecpoel in 1516. Jongelui houden van fruit - toen ook al.

Het verraad van Waterdunen speelt zich meer dan 400 jaar geleden af, en in die tijd waren er al volop vruchten. Kijk maar eens naar het schilderij hierboven. Kersen, frambozen, druiven, appels, peren... mmmm, verrukkelijk.

Op schilderijen en prenten uit die tijd zie je mensen lekker schransen. Tafels vol lekkernijen. Een prima tijd, dus.

Jammer, dat is niet waar.

Zelfs de rijken konden zo'n fantastische maaltijd maar af en toe betalen. En de gewone mensen konden er alleen maar van dromen. Veel mensen leefden op de rand van de ondervoeding, waardoor ze een slechte conditie hadden. Daardoor hadden ze weinig weerstand tegen ziektes. Zelfs een griepje kon dan al dodelijk zijn.

Dus als zich de mogelijkheid van zo'n vreetfestijn aanbood, dan kon je maar beter je maag volproppen, want de volgende week kreeg je misschien niks meer en over een maand kon er hongersnood heersen!

OP TAFEL?

Pas in de zeventiende eeuw verbeterde de situatie. In het noorden brak toen de Gouden Eeuw aan, met meer werk en hogere inkomens. Het zuiden bleef achter. Maar natuurlijk waren er soms ook momenten met genoeg eten. Dat waren dan meestal de zomers, want dan waren er verse groenten. Wat aten de mensen dan?

Maaltijd in de buitenlucht, schilderijZe aten vis, vooral zoute haring, maar ook tong, makreel, zalm, kabeljauw, paling, tonijn, bot en schol kwamen op tafel, maar natuurlijk alleen als je langs de kust woonde.

In het binnenland aten ze zoetwatervis, zoals snoek, paling, karper, forel, steur en soms zelfs zalm. Omdat verse vis in de zomer moeilijk vervoerd kon worden, werd die soms gedroogd (stokvis) of gezouten.

Op het schilderij rechts zie je mensen die hun werk op het land even onderbreken voor een maaltijd.

VLEES

Vlees was er natuurlijk ook wel, maar zelfs rijke mensen aten niet elke dag vlees. Veel mensen hielden een varken of paar schapen of kippen en die werden geslacht. Wild was ook in trek. Er werd gejaagd op wilde konijnen of hazen.

Maar ook minder gewone dieren zoals reigers, roerdompen, pauwen en zwanen belandden op tafel. Dat vlees werd meestal overgoten met een pikante saus of bestrooid met rietsuiker.

Als groenten aten de mensen vlierbloesem, bieten, knoflook, kool en spinazie. Erwten en bonen kon je drogen en tot de winter bewaren. Net als uien. En restjes gooide je nooit weg, daar kookte je soep van.

VARKENSVET

Van fruit werd vaak een soort dikke jam gemaakt, die kon je een poosje bewaren. Iedereen was gek op honing. Bakken en braden gebeurde niet met boter maar met varkensvet. Gewone mensen aten eieren en kaas. Ragout, vleespastei en taart kwamen alleen bij de rijken op tafel.

Brood was duur, omdat het gebakken moest worden. Arme drommels aten daarom een brij van rogge, tarwe of gerst met water.

Melk werd niet veel gedronken. Water deugde niet, daar werd je vaak ziek van. Daarom dronken de meeste mensen bier, kinderen ook. Wijn was ook populair en werd vaak met water verdund.

SLURPEN MOCHT NIET

Vergis je niet: ook in die tijd probeerden mensen netjes te eten. Je moest je handen wassen voor en vaak ook tijdens het eten. Je gebruikte een mes. Soep at je met een lepel uit een kom. Bijna niemand gebruikte een vork. Brood en roggebrood mocht je met je vingers eten, meestal van een plankje of van een tinnen bord. Tijdens het eten maakte je geen vieze geluiden. Smakken of slurpen was toen ook al gewoon onbeleefd.

Alle gerechten werden meestal tegelijk op tafel gezet. De gewoonte om voor-, hoofd- en nagerecht na elkaar op te dienen, bestond nog niet. Wanneer een gerecht klaar was mocht je gelijk beginnen met eten (nadat je had gebeden natuurlijk). En na afloop was er, net als nu, altijd die vervelende afwas.

Voor de liefhebbers hebben we een recept voor een heerlijk gerecht uit die tijd: een soort hamburger, maar veel lekkerder.

Gele scheidingslijn

BRONNEN

Gele stip  "Duizend jaar weer, wind en water in de Lage Landen" (delen 3 en 4), door J. Buisman. Gele stip "Het leven van onze voorouders", door M.N. de Roever en G. J. Dozy, 1892-1906.

Meer feiten :  Dordrecht  -  Mochilero  -  Meidenbende  -  Spanjaarden  -  Don Pacheo  -  De kou en de regen  -  Waterdunen  -  Inquisitie  -  Vlissingen  -  Westkappelse Engel  -  Vlaanderen  -  Vluchtelingen  -  De geuzen  -  Eten en drinken  -  Muziek  -  Wilhelmus  -  De Zwarte Dood  -  Waterhonden  .