Spanjaarden: wat deden ze hier? Spaanse soldaten droegen verschillende uniformen In 1572 had het Spaanse leger 62.000 soldaten in de Noordelijke- en Zuidelijke Nederlanden. Ongeveer 8.000 van hen waren echte Spanjaarden. Ze waren gemiddeld 45 dagen onderweg voordat ze ons land bereikten. De andere soldaten waren huurlingen: die kwamen uit Wallonië, Frankrijk, Schotland, Italië en Duitsland. Spanje betaalde ze om tegen de opstandelingen in de Nederlanden te vechten. Het gebeurde nogal eens dat die Spanjaarden en huursoldaten geen geld kregen. Ze plunderden dan wat ze van pas kwam. Ook persten ze vaak boeren en burgers geld en goederen af onder bedreiging met brandstichting. Vlaanderen en Noord-Nederland maakten in die tijd deel uit van een enorm Spaans rijk, dat gesticht was door Karel V. Zijn zoon Filips II had grote moeite dat rijk bij elkaar te houden. Hij eiste ook dat iedereen katholiek was. Toen de Nederlanden in opstand kwamen tegen zijn hoge belastingen en tegen de Inquisitie, stuurde hij die soldaten op ons af. LAFAARDS! De Spaanse soldaten vonden zichzelf geweldig dapper en edelmoedig. De Hollanders en de Vlamingen daarentegen waren ketters en "lafaards die zich verschansen in hun kunstig met water en moerassen omgeven steden, in plaats van een eerlijk gevecht met ons aan te gaan in het open veld". De watergeuzen, die hen op zee steeds te vlug af waren, noemden ze "een stel technisch- In het Westerschelde-gebied, waar Het verraad van Waterdunen zich afspeelt, durfden de Spanjaarden bijna niet te komen. Ze waren doodsbenauwd voor de zandbanken en de verraderlijke zeestromingen. Spaanse oorlogsschepen die daar op de zandbanken vast kwamen te zitten, waren een gemakkelijke prooi voor de kleinere schepen van de watergeuzen, die het gebied goed kenden. In die tijd ontstond een Spaans gezegde: Pasar por los bancos de Flandres. Het betekent: langs de de Vlaamse zandbanken reizen — een gevaarlijke reis maken. Het gezegde wordt in Spanje nog steeds gebruikt. TEN ONDER In Spanje vonden ze de opstand in de Lage Landen zo erg, dat ze er met alle geweld een einde aan wilden maken. Dat Spanje uiteindelijk als wereldmacht ten onder ging, kwam vooral door die opstand. Het kostte de Spanjaarden honderden miljoenen om die oorlog tachtig jaar lang vol te houden. Al het goud en zilver dat ze uit Zuid-Amerika haalden, ging op aan die oorlog. Bovendien volgden andere gebieden ons voorbeeld en kwamen ook tegen Spanje in opstand. Toen de oorlog voorbij was, in 1648, was Spanje blut en stelde het eens zo grote Spaanse rijk weinig meer voor. Het kleine landje aan de zee had het machtige Spanje verslagen! BRONNEN Nederlanders hebben veel geschreven over de Spanjaarden, maar het is interessanter om te lezen wat de Spanjaarden er zelf van vonden: "De Tachtigjarige Oorlog in Spaanse Ogen", van Yolanda Rodríguez Pérez (2003). "Kronieken van Spaansche soldaten uit het begin van den Tachtigjarige Oorlog", van dr. J. Brouwer (1933). "Het Spaanse leger in de Lage Landen", van G. Parker (1978) Deze boeken zijn in bibliotheken in te zien (of aan te vragen). Meer feiten : Dordrecht - Mochilero - Meidenbende - Spanjaarden - Don Pacheo - De kou en de regen - Waterdunen - Inquisitie - Vlissingen - Westkappelse Engel - Vlaanderen - Vluchtelingen - De geuzen - Eten en drinken - Muziek - Wilhelmus - De Zwarte Dood - Waterhonden . |