Eerst gewurgd, dan pas verbrand De openbare executie van Jan van Cuyck en Adriaenken Jansdochter (gravure van Jan Luyken) Het verraad van Waterdunen begint met een verschrikkelijke gebeurtenis: in maart 1572 worden in Dordrecht Jan van Cuyck en Adriaenken Jansdochter in het openbaar verbrand, omdat ze ketters waren. Eén van de belangrijke oorzaken van de Tachtigjarige Oorlog was de wreedheid waarmee de Spaanse koning Filips II (SCHILDERIJ LINKS) mensen behandelde die niet langer rooms-katholiek wilden zijn. Op zijn bevel straften de Spanjaarden, die toen de baas waren in de Nederlanden, deze ketters met marteling, onthoofding en verbranding. De Spanjaarden deden dat niet in hun eentje, natuurlijk. Ze kregen, jammer genoeg, hulp uit onze eigen bevolking: mensen die er een goed betaald baantje aan overhielden, zoals schout of baljuw, of beul. Ook hadden de Spanjaarden buitenlandse huursoldaten in dienst, vooral uit Duitsland en Wallonië. EERST GEWURGD De gravure bovenaan deze pagina laat zien hoe Andriaanken Jansdochter, die biddend aan een paal staat, wordt gewurgd door de beul achter haar. Dat was aardig bedoeld: omdat ze een vrouw was hoefde ze niet levend te worden verbrand, want dat was nog erger. Links van haar staat Jan van Cuyck. Hij moet nog worden vastgebonden. Hij zwaait met zijn rechterarm en roept: "Dit is de dag van de zaligheid", waarmee hij bedoelt dat hij naar de hemel gaat. Naast hem staat de schout, de man met een lange stok. Deze schout was berucht, hij heette Jan van Drenckwaert en op de prent schreeuwt hij Van Cuyck toe: "Zwijg!". GEMARTELD Adriaenken Jansdochter en Jan van Cuyck waren Mennonieten: doopsgezinde protestanten. De schout, die erg Spaans-gezind was, had de twee opgepakt en ze aan de Inquisitie overgeleverd. Nadat ze ruim drie maanden in de Vuylpoort gevangen hadden gezeten en daar waren gemarteld (ze noemden geen namen van andere ketters), bracht de schout de twee ketters naar de brandstapel, ongeveer 10 minuten lopen. Toen de twee langs de Varkenmarkt liepen, bijna al bij het schavot, bemoeide een onbekende omstander zich er mee. Hij probeerde de twee terdoodveroordeelden moed in te praten. De woedende schout stuurde zijn knechten achter die man aan, maar ze kregen hem niet te pakken. In Het verraad van Waterdunen bemoeit Robbes vader zich er ook mee — helaas loopt het voor hem en zijn gezin minder goed af... DAKGOOT In het boek weet Robbe zich te redden door in een dakgoot te klimmen. Hé, waren er dan al dakgoten in die tijd? In de meeste steden nog niet, maar juist in Dordrecht waren die dakgoten er al wel. Dat was heel bijzonder. Lees hier meer over die dakgoten in de zestiende eeuw. BRONNEN Wil je meer weten over die ketterverbranding in Dordrdecht? Vraag dan in de bibliotheek naar deel XI van de Zuid-Hollandse Studiën, een uitgave van de Historische vereniging voor Zuid-Holland. In dat boek staat een artikel "Een vonnis van de Bloedraad over twee Mennonieten in 1572", geschreven door mr. J.J. Beyerman. "Dordt voor den Prins" van J. Snoep Jr. is een jeugdboek dat ook gaat over de gebeurtenissen in het jaar 1572 in Dordrecht (uitg. 1927, herdrukt in 1985). De informatie over dakgoten komt van Henk Zantkuyl. Hij wordt in Nederland beschouwd als de grootste deskundige op het gebied van oude huizen. Meer feiten : Dordrecht - Mochilero - Meidenbende - Spanjaarden - Don Pacheo - De kou en de regen - Waterdunen - Inquisitie - Vlissingen - Westkappelse Engel - Vlaanderen - Vluchtelingen - De geuzen - Eten en drinken - Muziek - Wilhelmus - De Zwarte Dood - Waterhonden . |