Inquisitie stuurde ketters naar de brandstapel
De Inquisitie bracht mensen die niet katholiek waren op de brandstapel. Op deze gravure wordt Anneken Hendriks in het vuur geduwd. Amsterdam 1571
Het is nu bijna niet voor te stellen, maar in de tijd dat dit boek speelt (1572) was het streng verboden om iets vervelends te zeggen over de katholieke kerk. Als je dat toch deed of, nog erger, als je stiekem protestant was, dan was je een ketter en verdiende je de dood.
De Spanjaarden waren de baas in de Nederlanden en zij werden woedend toen steeds meer mensen zich aansloten bij het protestantisme.
Dat was een protest-beweging, aangevoerd door mensen als Luther en Calvijn, die het een schande vonden dat je bij katholieke priesters voor veel geld een aflaat kon kopen waardoor al je zonden werden vergeven.
De protestanten geloofden ook niet dat de paus 'onfeilbaar' was en daarom altijd gelijk had. En ten slotte vonden ze dat je geen beelden in de kerk mocht zetten om die te aanbidden.
Daarom smeten boze protestanten bij de Beeldenstorm in 1566 op veel plaatsen de heiligenbeelden in de katholieke kerken aan stukken. De Spaanse katholieke koning Filips de Tweede (LINKS) werd daar woedend over. Hij stuurde de strenge hertog van Alva (RECHTS) naar de Nederlanden om de daders te straffen, en deze ketterij totaal uit te roeien.
DUBBELE HARDHEID
Die geloofsvervolging werd een van de belangrijkste oorzaken van de Tachtigjarige Oorlog (± 1566-1648). De Inquisitie bestond al, maar ging nu met dubbele hardheid aan het werk. Deze kerkelijke rechtbank spoorde ketterij op en strafte streng. Overal werden mensen opgepakt en gemarteld om de namen van andere ketters te noemen. Een gerucht of een roddel was al genoeg om je voor die rechtbank te brengen. Die rechtbank werd ook wel de Bloedraad genoemd.
Veroordeelde ketters werden levenslang in de gevangenis gestopt of onthoofd, levend begraven of verbrand. Bovendien werden hun bezittingen afgepakt, zodat hun familie alles kwijtraakte, zelfs het huis waarin ze woonden. Daarom zwierven in die tijd heel wat kinderen rond zonder woning of eten (en vaak ook zonder ouders).
OVERDREVEN
Het aantal protestanten (en joden) dat door de Inquisitie in de Nederlanden ter dood werd gebracht wordt vaak overdreven. Oude geschiedenisboeken hebben het soms wel over honderdduizend mensen. Het werkelijke aantal wordt tegenwoordig geschat op ongeveer tweeduizend.
Dat is nog altijd veel, zeker als je bedenkt dat er toen maar drie miljoen mensen in de Lage Landen (de noordelijke Nederlanden en Vlaanderen) woonden.
PAUSELIJK VONNIS
Op 16 februari 1568 werden bij vonnis van het Heilig Officie (de Paus in Rome) alle inwoners van de Nederlanden als ketters ter dood veroordeeld. Het Spaanse Koninklijk Besluit volgde tien dagen later en beval het vonnis onmiddellijk uit te voeren. Eeuwenlang is dit schokkende verhaal voor waar aangenomen.
Pas in 1907 toonde de Leidse geschiedenis-professor P.J. Blok aan dat dit zogenaamde vonnis nooit heeft bestaan. Het was compleet verzonnen. De opstandige geuzen brachten deze leugen in de wereld om de bevolking over te halen hun kant te kiezen. Een vroeg voorbeeld van een propaganda-oorlog!
BRONNEN
"Ketters en papen onder Filips II", uitgave van het Rijksmuseum Het Catharijneconvent, Utrecht, 1986. "De geschiedenis van het Nederlandse Volk", door prof. P.J. Blok, Leiden, 1907. Ingezonden brief van prof. Blok in de NRC, 1907.
Meer feiten :
Dordrecht -
Mochilero -
Meidenbende -
Spanjaarden -
Don Pacheo -
De kou en de regen -
Waterdunen -
Inquisitie -
Vlissingen -
Westkappelse Engel -
Vlaanderen -
Vluchtelingen -
De geuzen -
Eten en drinken -
Muziek -
Wilhelmus -
De Zwarte Dood -
Waterhonden .
|