Aan die minachtende woorden hebben wij nu de naam geus te danken. Op 5 april 1566 ontving in Brussel de landvoogdes Margaretha van Parma (FOTO LINKS) een groep Noord-Nederlandse en Vlaamse edellieden. Ze kwamen haar een smeekschrift aanbieden, waarin ze vroegen om alsjeblieft een wat vriendelijker optreden van de Spaanse heersers tegen de protestanten, die overal als ketters werden vervolgd en gedood. Margaretha van Parma was de zuster van de Spaanse koning Filips II, die toen de baas was over de Nederlanden. Als landvoogdes moest zij op de Nederlanden passen. Ze schrok nogal van al die edellieden (het waren er driehonderd!). Toen boog Karel van Berlaymont, voorzitter van de Raad van Financien, zich naar haar toe en zei: "U hoeft niet bang te zijn, hoogheid, ce ne sont que des gueux": ze zijn niks meer dan een stel bedelaars. FEESTJE
Kort daarop ontstond de gewoonte om kleine flesjes en bedelnapjes aan de geuzenpenning te hangen. Op de penning stond een tekst: En tout fidèles au roi, jusqu'à porter le bésace: in alles trouw aan de koning, tot aan het dragen van de bedeltas toe (pas in 1581 werd ook de koning afgezworen). De edellieden droegen de geuzenpenning om de hals. Al gauw werd die penning een symbool voor alle opstandelingen, die zich allemaal geuzen gingen noemen. Zo werd geus een erenaam, en dat is het vandaag de dag nog steeds.
Er waren ook andere geuzenpenningen. Zilveren halve maantjes bijvoorbeeld, die op de muts of hoed werden vastgenaaid. Die halve maan en de tekst op de rand 'Liever Turx dan paaps' verwijzen naar Turkije. 'Turks' had toen verschillende betekenissen. Turken hadden niet alleen de naam wreed te zijn, ze stonden ook bekend om hun tolerantie tegenover andere godsdiensten. Bovendien waren het islamitische Turkije en het paapse (scheldwoord voor katholieke) Spanje met elkaar in oorlog. De geuzen vormden een soort guerrilla-leger dat tegen de Spanjaarden vocht. Ze volgden (soms, niet altijd) de bevelen op van Willem van Oranje. Er waren bosgeuzen en watergeuzen (die zich niet tot de zee beperkten, ze waagden zich met hun schepen soms ver het binnenland in). SCHURKEN Bij de geuzen zaten ook schurken. Katholieken in de Nederlanden waren doodsbang voor hen. Sommige geuzenleiders, zoals Blois van Treslong, waren gematigd, maar Lumey, die op de prent bovenaan deze pagina is afgebeeld, deed vreselijke dingen, vooral met monniken en pastoors. Op veel plaatsen verwoestten de geuzen kloosters en kerken.
Toch vind je vandaag de dag in Nederland in veel dorpen en steden nog een Van Lumeystraat of Lumeyplein (maar zelden in het katholieke Brabant of Limburg en al helemaal niet in Vlaanderen!). BRONNEN
Meer feiten : Dordrecht - Mochilero - Meidenbende - Spanjaarden - Don Pacheo - De kou en de regen - Waterdunen - Inquisitie - Vlissingen - Westkappelse Engel - Vlaanderen - Vluchtelingen - De geuzen - Eten en drinken - Muziek - Wilhelmus - De Zwarte Dood - Waterhonden . |